Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap
De Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap
De Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap is door Rudolf Steiner ingericht tijdens de kerstconferentie van 1923. Zij wordt gedragen door de toen ook nieuw gestichte wereldwijde Antroposofische Vereniging. De hogeschool vormt de kern van de vereniging, Steiner noemde haar de “ziel van de vereniging”.
De vereniging brengt mensen samen die de antroposofie willen leren kennen en boeiend genoeg vinden om haar werking te ondersteunen door lidmaatschap. De hogeschool is de plaats voor onderzoek op het gebied van het geestelijke. “Geesteswetenschap” staat in het enkelvoud omdat alle takken van de wetenschap, en niet enkel de humane wetenschappen (vroeger de “geesteswetenschappen” genoemd), kunnen verruimd worden tot onderzoek naar de geestelijke dimensies van de werkelijkheid.
Naast het lidmaatschap van de vereniging is er ook het lidmaatschap van de hogeschool. Dit laatste houdt in dat je de ontwikkeling van de antroposofie mee wil dragen, en dat je kan deelnemen aan de esoterische cyclus van de algemene afdeling van de hogeschool. Deze cyclus biedt een ondersteuning voor de persoonlijke innerlijke ontwikkeling.
De hogeschool is een forum voor onderzoek en uitwisseling. Sommige activiteiten ervan zijn gereserveerd voor leden van de hogeschool of van de vereniging, maar de meeste zijn openbaar en bedoeld voor een algemeen publiek. Dit geldt zowel voor de werking van de hogeschool in haar centrum aan het Goetheanum in Dornach (Zwitserland), als voor de werking in de verschillende landen.
Afdelingen van de hogeschool
De algemeen antroposofische afdeling van de hogeschool staat centraal tussen de andere, vakgerichte afdelingen. Lid worden van een specifieke afdeling doe je altijd via de algemene afdeling.
Het belangrijkste werkmateriaal voor de algemene afdeling is een esoterische cyclus. Hij bestaat uit 19 meditatieve teksten. Zij werden door R. Steiner geformuleerd en becommentarieerd in de laatste periode van zijn leven, in de maanden na de kerstconferentie van 1923. Ze vormen een meditatieve oefenweg die de ontwikkeling van de mens beschrijft en begeleidt, vanuit zijn positie in de fysiek-zintuiglijke wereld op weg naar de geestelijke realiteit van de wereld, van de kosmos en van zichzelf.
In België wordt de esoterische cyclus momenteel aangeboden in vijf steden, met een frequentie van ongeveer een bijeenkomst per maand. Ook in een paar vakgebieden wordt op geregelde basis door leden gewerkt rond de meditaties van de algemene afdeling.
De inhoud en de activiteiten van de algemene afdeling liggen verder op het gebied van de studie van de mens als een wezen met een lichaam, een ziel en een geest. Daaronder vallen thema’s als: ontwikkeling en scholing, meditatie, het dagelijkse leven als scholingsweg, de stappen van hoger inzicht (imaginatie, inspiratie, intuïtie). Verder ook andere algemeen-menselijke thema’s zoals o.a.: karma en reïncarnatie, de bewustzijnsontwikkeling van de mensheid, de betekenis van de engelenhiërarchieën en van het Christuswezen, de rol van het kwaad in de wereld. Bij dit alles is niet alleen van belang hoe men individueel kan werken, maar ook hoe we daarbij van elkaar kunnen leren.
De sturende kerngroep voor de algemene afdeling van de hogeschool wordt in België gevormd door het bestuur van de Antroposofische Vereniging samen met de groep lectoren van de esoterische cyclus.
De vakgerichte afdelingen
Momenteel zijn in België de volgende afdelingen van de hogeschool actief naast de algemene afdeling:
- de pedagogische afdeling
- de afdeling “Schöne Wissenschaften”, hier “Belles Lettres” genoemd
- de medische afdeling in oprichting
- regelmatige bijeenkomsten van de heilpedagogen en sociaaltherapeuten binnen het kader van de hogeschool.
- de afdeling beeldende kunsten (groep OARTA)
- de afdeling sociale wetenschappen